Keuze leiding
Keuze leiding tips
Bij een installatie in een verhoogde vloer die wordt aangelegd voordat de verhoogde vloer wordt aangebracht kan het zijn dat de leidingen bij installatie bekneld raken of dat ze beschadigen doordat er overheen gelopen wordt. Bescherm de leiding, of neem een leiding welke hiertegen bestand is, bijvoorbeeld een leiding met mechanische sterkte AG2 of AG3.
De ruimte boven een verlaagd plafond wordt gezien als installatiekoker. Als er geen scherpe profielen of andere zaken zijn waaraan de leiding kan beschadigen dan mag je hier een gewone buigzame leiding met sterkte AG1 toepassen
Hou rekening met het pletten van zwakkere kabels door heel zware kabels, of het beschadigen van zwakkere kabels door het trekken van zware kabels. Hou met de werkplanning rekening dat het plaatsen van zware kabels en het trekken van kabels in kabelgoten gebeurt vóór het leggen van de buigzame leidingen, of plaats deze in aparte compartimenten of kies een leiding welke hiertegen bestand is.
Keuze leiding tips
Aansluitleidingen hete spots
Niet altijd wordt om de juiste reden om een 90°C, 105°C of 110°C leiding gevraagd.
Als aansluitleiding aan een spot die erg heet wordt kan een dergelijke leiding zeker nuttig zijn, maar als de rest van de installatie niet overmatig warm wordt en voorkomen wordt dat deze in aanraking komen met de hete spots, dan is een dergelijke leiding daarvoor niet nodig.
Oude aanduidingen:
Soms is een dergelijke vraag ook iets wat uit het verleden stamt. Vroeger werd de maximale piektemperatuur van een leiding vermeld, sinds de milenniumwisseling is dat de maximale constante temperatuur. Wat we vroeger dus een 105°C leiding noemden werd toen een 90°C leiding.
Holle wand
Soms is het handiger om een 90°C leiding toe te passen: Bijvoorbeeld in een geisoleerde holle wand het je in een installatie met een B16 automaat een 2½mm² leiding nodig. Als dat niet mogelijk is kan je in sommige gevallen ook uit de voeten met een 90°C 1½mm² leiding omdat deze zwaarder belast kan worden
Bundelen:
Bijvoorbeeld in een kabelgoot heb je te maken met bundels kabels. Bij de berekening van de maximale belastbaarheid moet je rekening houden met het aantal kabels in een bundel (52.B.17). Bij een installatie met een B16 automaat mag je maximaal 7 stuks 2½mm² 70°C leidingen bundelen. Neem je een 90°C leiding dan mag je in een kabelgoot 12 stuks van deze kabels in een bundel gebruiken.
Dit is het einde van het onderdeel "Keuze leiding".
Druk op één van de buttons om door te gaan naar het volgende onderdeel, of terug te gaan naar het menu.